Een concept in ons hoofd is een onstoffelijke entiteit die interageert met de fysieke wereld (via onze hersenen en onze lichamen)
Een gedachte of concept is een onzichtbare onstoffelijke entiteit, die in interactie gaat met de fysieke meetbare wereld d.m.v. onze lichamen. Een gedachte brengt zo veranderingen aan in het fysieke wetmatige verloop in deze materiële wereld. Nochtans is in de fysica, noch in de chemie, de interactie tussen een gedachte (het concept de relativiteitstheorie bijvoorbeeld) en de fysieke gevolgen van zo’n gedachte voor de fysieke wereld waarin we leven, niet in kaart gebracht/niet in kaart te brengen.
De materiële fysieke component van een gedachte, een patroon van vurende neuronen in de hersenen, volstaat niet om een onstoffelijk concept zoals de stelling van Pythagoras bijvoorbeeld te doen interageren met een fysieke wereld. Dat onstoffelijke concept op zichzelf brengt vooral de interactie teweeg. De hersenen maken het mogelijk dat het concept gematerialiseerd wordt. Handen en voeten krijgt.
Het onstoffelijke beïnvloedt hier het fysieke.
Het onstoffelijke bestaat dus, is de logische conclusie. De dimensie waar gedachten ‘vertoeven’. De ‘zijnsstaat’ of ontologie van waarin een gedachte zich bevindt: buiten de fysieke werkelijkheid. We kunnen dus concluderen dat er een fysieke wereld is en een niet fysieke onstoffelijke wereld.
We kunnen dus met enige gerustheid aannemen dat er onstoffelijke gedachten zijn die buiten de fysieke werkelijkheid bestaan, die de fysieke werkelijkheid structureren. En andersom: de fysieke werkelijkheid beïnvloedt die onstoffelijke ruimte. Zo zullen drugs bepaalde gedachten toegankelijk maken, die men anders niet heeft enzovoort.
We kunnen dus concluderen dat er meer is dan wat de wetenschap meet in deze wereld. Dat de gedachten van een levend wezen de fysieke wereld beïnvloeden en wel in die mate dat er het wetmatige verloop der dingen door onderbroken wordt.
De natuurwetenschappen volstaan dus niet om de gebeurtenissen in de fysieke wereld te beschrijven. Het is ook niet zo dat elektrochemische hersenprocessen voldoende voorwaarde zijn om onze interacties met de wereld te verklaren. Neen, het is de onzichtbare informatie in onze hoofden dat het zichtbare mee structureert.
[b][i]Uit het fysieke en chemische ontstaat het onstoffelijke (wezens met bewustzijn) en uit het onstoffelijke ontstaan niet- fysieke concepten die het materiële op zijn beurt beïnvloeden.[/i][/b]
Zo zou je kunnen vermoeden dat daar waar in de fysieke werkelijkheid onvoorspelbaarheid wordt gemeten, er misschien onstoffelijke niet-fysieke concepten zijn die invloed uitoefenen op het fysieke (en andersom). Bijvoorbeeld de onvoorspelbare dans der elektronen.
Daar waar er onvoorspelbaarheid heerst in de fysieke werkelijkheid (binnen de fysica), daar is er een interactie tussen een onstoffelijke ideeënwereld en de fysieke wereld waarin we leven gaande. Die stelling zouden we met enige terughoudendheid kunnen poneren.
Het is denkbaar dat er buiten hersenen en een zenuwstelsel, andere fysieke interagerende materialen zijn in deze wereld die beïnvloed worden door onstoffelijke concepten.
Enkel in de quantumwereld vinden we die onvoorspelbaarheid terug. De vraag die gesteld mag worden is: [i]Waar precies beïnvloedt het onstoffelijke het stoffelijke en hoe?[/i]
Wie zegt niet dat ‘het universum’ als geheel een levend wezen is dat onstoffelijke concepten heeft en via die onstoffelijke concepten bepaalt waar het met het fysieke heen gaat? Net zoals wij een brein hebben en een lichaam dat onderworpen is aan de wetten van de fysica, is het universum een wezen dat onstoffelijke concepten heeft dat beïnvloedt waar het met het universum naartoe moet. Daar waar zich in het universum elektrochemische interacties voordoen, daar zijn ook onstoffelijke concepten aanwezig die de fysieke wereld mee vormgeven
Meer algemeen zou je kunnen stellen dat de evolutiegeschiedenis van de fysieke meetbare en observeerbare wereld tot nu toe mee gestructureerd is geweest door onstoffelijke concepten, zonder dat wij daar oog voor hebben. De aard van die concepten is immers dat zij onzichtbaar zijn voor ons. Behalve onze private gedachten zijn concepten van andere fysieke objecten onzichtbaar. (= levende wezens en andere materialen). Beeldt je in dat er materialen bestaan, ergens in het universum, die andere materialen beïnvloeden via hun onstoffelijke concepten. Zij hebben taal om dat te communiceren die uniek is en die enkel zij begrijpen.