Title Text.
God, de eeuwige wiskundige muzikant
Stel dat God zou bestaan, dan zou het universum Zijn kenmerk zijn. God moet een, naar menselijke maatstaven, wiskundige en ingenieur zijn die eeuwig onverstaag verder doet bij het maken van perfect symmetrisch harmonische muziek in het universum. Mocht God bestaan, zo zou Hij zijn werk zelf zo kunnen ervaren. Ik had zo eens een psychose waarin eeuwig muziek voorkwam en waar op harmonische muziek wiskundige zinnen ritmisch bleven verschijnen, zin, na zin. Het werd ondragelijk.
Eeuwige muziek van voor mensen een teveel aan wiskunde en fysica die met elkaar in verweving blijven gaan. Oneindig bombastisch wiskunde/fysica/chemie producerend die in interactie met al het voorgaande dat gemaakt was, perfect wiskundig klopte. Het werd mij een ondragelijke dans van de constructie der dingen in het universum in mijn psychotische ervaring. Vooral het oneindig blijven doorgaan was ondragelijk. Dat is Gods goddelijke kant, zeg maar.
Muziek die maar blijft doorgaan bij de aanmaak van het heelal. Die wiskundig perfect harmonisch is met al het daarvoor gecreëerde en de mooiste akkoorden speelt. Een onmenselijk met elkaar in perfecte harmonie zijnd orkest. Dat is onmenselijk. Dat is Goddelijk. Zo ervoer ik dat.
Wie God hierin op een dag denkt te kunnen evenaren door het universum als interagerend geheel te kunnen bevatten, moet de menselijke emotie volledig opzijzetten, en wordt daarmee een Goddelijke mathematicus of natuurkundige.
Dat kunnen wij mensen onmogelijk aan.
Neen, God (gesteld voor even dat Hij/Zij zou bestaan) heeft immers een onmenselijke (Goddelijke) kant. Als eeuwige ingenieur, die ingewikkelde mathematisch perfecte natuurkunde door elkaar heen weeft en ze perfect gezamenlijk doet kloppen.
Tegen alle menselijke emotie in.
Dit is waar wij verbluft over zouden moeten zijn. Verwonderd en met enige afstand, onze plaats zouden moeten kunnen beseffen in dit universum. Dat besefte ik tijdens mijn psychose. Dat wij ver van Gods Goddelijke kant (als ingenieur) staan en hem dus ook niet moeten proberen te evenaren.
Niet zozeer de wetenschap die de dingen beschrijft doet ons inzien dat het Bouwwerk intelligent is. Maar dat alles wat gemaakt is, klopt met al het voorgaande en er mee in harmonie is, maakt het een superintelligent Meesterwerk.
Stel dat God zou bestaan, dan zou het universum Zijn kenmerk zijn. God moet een, naar menselijke maatstaven, wiskundige en ingenieur zijn die eeuwig onverstaag verder doet bij het maken van perfect symmetrisch harmonische muziek in het universum. Mocht God bestaan, zo zou Hij zijn werk zelf zo kunnen ervaren. Ik had zo eens een psychose waarin eeuwig muziek voorkwam en waar op harmonische muziek wiskundige zinnen ritmisch bleven verschijnen, zin, na zin. Het werd ondragelijk.
Eeuwige muziek van voor mensen een teveel aan wiskunde en fysica die met elkaar in verweving blijven gaan. Oneindig bombastisch wiskunde/fysica/chemie producerend die in interactie met al het voorgaande dat gemaakt was, perfect wiskundig klopte. Het werd mij een ondragelijke dans van de constructie der dingen in het universum in mijn psychotische ervaring. Vooral het oneindig blijven doorgaan was ondragelijk. Dat is Gods goddelijke kant, zeg maar.
Muziek die maar blijft doorgaan bij de aanmaak van het heelal. Die wiskundig perfect harmonisch is met al het daarvoor gecreëerde en de mooiste akkoorden speelt. Een onmenselijk met elkaar in perfecte harmonie zijnd orkest. Dat is onmenselijk. Dat is Goddelijk. Zo ervoer ik dat.
Wie God hierin op een dag denkt te kunnen evenaren door het universum als interagerend geheel te kunnen bevatten, moet de menselijke emotie volledig opzijzetten, en wordt daarmee een Goddelijke mathematicus of natuurkundige.
Dat kunnen wij mensen onmogelijk aan.
Neen, God (gesteld voor even dat Hij/Zij zou bestaan) heeft immers een onmenselijke (Goddelijke) kant. Als eeuwige ingenieur, die ingewikkelde mathematisch perfecte natuurkunde door elkaar heen weeft en ze perfect gezamenlijk doet kloppen.
Tegen alle menselijke emotie in.
Dit is waar wij verbluft over zouden moeten zijn. Verwonderd en met enige afstand, onze plaats zouden moeten kunnen beseffen in dit universum. Dat besefte ik tijdens mijn psychose. Dat wij ver van Gods Goddelijke kant (als ingenieur) staan en hem dus ook niet moeten proberen te evenaren.
Niet zozeer de wetenschap die de dingen beschrijft doet ons inzien dat het Bouwwerk intelligent is. Maar dat alles wat gemaakt is, klopt met al het voorgaande en er mee in harmonie is, maakt het een superintelligent Meesterwerk.